Eind 19e eeuw. Een jonge Italiaanse trekt moederziel alleen naar Amerika. Daar trotseert ze ontberingen en gevaren, maar ontdekt ze ook een nieuw talent.

De twintigjarige Irma Vitale is niet rijk en ook niet mooi genoeg om te trouwen en wanneer haar moeder sterft, haar vader zijn verlies wegdrinkt in de kroeg en haar broer naar Amerika vertrekt, wordt de situatie thuis al snel onhoudbaar en ziet ze geen andere mogelijkheid dan haar geboortedorp Opi, in de Italiaanse Abruzzen, te ontvluchten. Na een zware boottocht over de Atlantische Oceaan en door de gevaren voor een ongetrouwde vrouw in een voor haar vreemd land te trotseren, tracht Irma een nieuw leven te beginnen met het naaien van jurken voor welgestelde dames.

In de drukke straten van het negentiende-eeuwse Amerika ondervindt eerst Irma wat het is om uitgebuit te worden voor een hongerloontje, maar het zware leven in de immigrantenbuurten levert haar ook nieuwe vriendschappen op. Als haar vastberadenheid om een plek voor zichzelf te vinden haar uiteindelijk naar een atelier in Chicago brengt, bloeit Irma helemaal op onder de vleugels van een strenge Franse couturière en werkt ze met stoffen en ontwerpen die mooier zijn dan ze ooit had durven dromen.

Totdat het noodlot toeslaat en haar nog fragiele geluk wordt verstoord. Maar Irma weet na wreedheid en lijden, en gunst en hoop aan den lijve te hebben ondervonden toch van onder de brokstukken vandaan te komen. Ze ontwikkelt een talent dat ze nooit eerder bij zichzelf ontdekt had en vindt uiteindelijk de familie waar ze al die tijd naar zocht, en die bijeen wordt gehouden met de levensdraad die ons allen verbindt.