Tante Patent is een keurige mevrouw. Wat is het leven makkelijk als je maar gewoon doet, is haar devies. Dat doet ze dan ook. Toch staat er op een nacht opeens de grote Sof, een heuse Batavier, naast haar bed. Hij dénkt er niet over haar huis te verlaten. Hij slaapt wel op de piano. En voor zijn eten zorgt hij ook zelf. Op een lekker vuurtje in de huiskamer braadt hij de haan van de buurvrouw.
Tante Patent probeert vooral gewoon te blijven en de boel onder controle te houden. Als hij blijft, dan maar liever schoongewassen in bed, en s ochtends achter een gekookt eitje aan haar nette ontbijttafel. Maar meneer de Sof timmert er nog steeds op los als hem iets niet bevalt, of hij slingert iets over zijn schouder en neemt het mee als het hem wel bevalt, zoals bijvoorbeeld de knappe kleuterjuffrouw.
Toch ontstaat er een warme vriendschap tussen de keurige dame ende ongetemde Batavier. En ook de mensen in de stad sluiten meneer Sof in hun hart. Met alle gevolgen van dien: heren in beestenvellen, bepaald ongewoon gedrag, inbraken in het oudheidkundig museum waarbij alle primitieve wapentuig verdwijnt Waar moet dat heen?

Deze uitgave bevat de oorspronkelijke strip zoals die tussen mei 1962 en mei 1963 in verschillende kranten is verschenen.