In Kwaad bloed vertelt Lorna Sage, in later leven een bekend literatuurwetenschapster, hoe haar kinderjaren overschaduwd werden door haar briljante maar verbitterde grootvader, een alcoholist en rokkenjager, die als dominee naar een klein dorp op de grens tussen Engeland en Wales was verbannen. Na zijn dood verhuisde de jonge Lorna met haar ouders uit de pastorie naar een huis in een trieste nieuwbouwwijk, vanwaar uit zij zo gauw mogelijk probeerde te ontsnappen.

Kwaad bloed is een indringend en vooral inspirerend familieportret. Het had, zoals Doris Lessing schreef, een van de verdrietigste autobiografieën kunnen zijn, maar is dankzij Sages vitale manier van schrijven een opwekkend en hoopgevend verhaal geworden over een slim, doortastend meisje dat de vele hindernissen, opgeworpen door het 'slechte bloed' van haar grootvader, met succes wist te overwinnen. Kort voor haar dood kreeg Lorna Sage voor dit boek de Whitbread Biography Award toegekend.