Drie vrouwen - moeder Harriet, dochter Alexine en tante Addy - laten in de tweede helft van de negentiende eeuw hun geprivilegieerde, Haagse leventje achter zich om een avontuurlijke, maar niet minder geprivilegieerde, reis naar het hart van Afrika te ondernemen. De ontdekkingsreizigers aldaar maken zich eerst vrolijk over zo'n gedurfde schending van hun tot dan toe exclusieve mannenwereld. Later geven ze blijk van hun bewondering voor de moed, ondernemingszin en het uithoudingsvermogen van het trio. Want hoewel de vrouwen een aantal spannende, bizarre, maar ook gruwelijke avonturen meemaken, vastberaden gaan ze door met hun speurtocht, niet alleen naar het nog nooit in kaart gebrachte Afrika, maar ook naar zichzelf.

In deze op ware gebeurtenissen gebaseerde roman - de Haagse Alexandrine Tinne (1835-1869) maakte samen met haar moeder en tante een groot aantal reizen door Noord-Afrika - brengt Francis King zijn historische personages tot leven, evenals de Europese avonturiers, Arabische slavenhandelaren, Egyptische dragers en Afrikaanse stamhoofden die ze ontmoeten.