De voorzitter
Michael van Praag, Jorien van den Herik en Harry van Raaij hebben het gezicht bepaald van het moderne Nederlandse topvoetbal. Van Praag (zoon van de roemruchtige oud-praeses Jaap) nam Ajax van Ton Harmsen over op een heel moeilijk moment. Door een zwart geldaffaire draaiden technisch bestuurslid Arie van Eijden en sterspeler Sören Lerby de bak in en de club leed onder zware sancties. Ook door de steeds groter wordende financiële verschillen op internationaal niveau leek dit het einde van Ajax als Europese topclub. Tien jaar later gebeurde wat niemand voor mogelijk hield: de Europa Cup 1 werd gewonnen en even later ook de wereldbeker. Daarna bracht Van Praag zijn club naar de beurs en liet een superprofessioneel voetbalinstituut achter. Jorien van den Herik redde Feyenoord na de HCS-affaire van een zeker bankroet. Financieel en sportief want de Rotterdammers stonden in de winterstop 1989-1990 op een elfde plaats. De Hun van Sliedrecht, zoals een paar van zijn bijnamen luidde, bracht geld en orde en regeerde met harde hand. Niet zonder succes. Meteen werd de KNVB-beker gehaald, werd de ploeg een paar jaar later eindelijk weer eens kampioen en werd in 2002 de Uefa Cup gewonnen. Harry van Raaij pakte het speeltje van Philips begin jaren tachtig eens stevig beet en maakte er een onafhankelijke Europese topclub van. Want PSV doet wel al jaren structureel mee op Europees niveau. Het stadion werd uitgebouwd en de club werd wat losser geweekt van suikeroom Philips. De voorzitter geeft een uniek beeld van het reilen en zeilen bij de drie Nederlandse topclubs in een sterk veranderend voetballandschap. Leo Verheul blikt met Van Praag, Van den Herik en Van Raaij terug op hun successen en tegenslagen en zoekt naar een verklaring waarom iemand voorzitter van een topclub zou willen worden.
Auteur | | Leo Verheul |
Taal | | Nederlands |
Type | | E-book |
Categorie | | Biografieën & Waargebeurd |