Grishams carriére als schrijver begon toen hij in de rechtbank het schokkende relaas hoorde van een twaalfjarig meisje dat was verkracht. Het zette hem aan tot het schrijven van Een tijd om te doden. Even buiten Clanton, een klein plaatsje in de zuidelijke staat Mississippi, vindt een afschuwelijk misdrijf plaats. Het tienjarige zwarte meisje Tonya Hailey wordt ontvoerd, mishandeld en meerdere malen verkracht door twee witte jongens. Ternauwernood overleeft ze het drama, maar haar leven is voorgoed verwoest.
Tot grote opluchting van de inwoners van Clanton worden de daders snel gepakt. Maar Tonya’s hevig geëmotioneerde vader heeft weinig vertrouwen in justitie en neemt het recht in eigen hand. Hij vermoordt de twee verkrachters van zijn dochtertje. De rollen zijn nu omgedraaid. Het is nu Hailey die terecht moet staan. De aanklager en de rechter zijn wit, de verdachte is zwart. Jake Brigance, verdediger van ‘kleine’ criminelen als winkeldieven en dronken automobilisten, neemt de verdediging op zich. Zijn opponent is Rufus Buckley, een zeer ervaren aanklager die de hele zaak wil gebruiken als publiciteitsstunt.

Eerder verschenen onder de titel De jury