Beestenbladerboek. Op de grote ijsvlakten van de Noord- en Zuidpool leven een heleboel dieren die zich hebben aangepast aan deze koude gebieden. In hartje winter brengt moeder ijsbeer haar jong ter wereld. In de lente komen de kuikens van de sneeuwuilen tevoorschijn, terwijl een pasgeboren beloega onder water leert drinken bij zijn moeder. Op het barre ijs kruipen jonge pinguïns dicht tegen elkaar aan terwijl de welpjes van moeder poolwolf al stoeiend leren jagen. De albatros vliegt onvermoeibaar over zee. en wachtend op zijn moeder ligt de kleine zadelrob languit op het ijs te genieten van de zonnewarmte. Zo leven de dieren in de poolstreken op het ritme van de seizoenen, en in de lente of aan het begin van de korte zomer worden hun jongen geboren.