Een goed gedicht lijkt op een goede preek: ontregelend, raak en speciaal bedoeld voor jou. Het ene moment zit je – moderne consument van poëzie of religie – nog rustig te lezen of te luisteren, het volgende moment grijpt de taal je bij de lurven, ben je plotseling helemaal inbegrepen en weet je het zeker: dit gaat over mij, dit is zoals het is – dit is wáár. De beste preken, de beste gedichten hebben iets universeels én subversiefs.