In deze bijzonder knap geschreven oorlogsroman beschrijft Sebastian Faulks beurtelings het leven van vier mensen: de jonge Engelsman Stephen Wraysford, de Franse Isabelle en haar zuster Jeanne, en Stephens kleindochter Elisabeth Benson. Zij voeren de lezer mee in dit boek over liefde, oorlog en verlossing. In 1910 arriveert Stephen in Amiens, Frankrijk, waar hij verliefd wordt op de vrouw van zijn huisbaas, Isabelle. Hun relatie is hartstochtelijk maar van zeer korte duur. Isabelle raakt zwanger en keert terug naar haar man. Jaren later komt Stephen weer in Frankrijk, maar dan als soldaat aan het westerlijk front. De gevaarlijke en beangstigende omstandigheden maken van Stephen een vervreemde, bittere man. Toch heeft hij een onverklaarbare drang om te overleven, zeker wanneer hij toevallig Isabelles zuster Jeanne tegen het lijft loopt. Zestig jaar na het einde van de oorlog vindt Elisabeth de dagboeken van haar grootouders op zolder terug en besluit af te reizen naar Frankrijk. Daar vervult zij alsnog haar grootvader’s belofte aan een stervende man.