Bea woont in Elbow, waar het de hele zomer regent. De meeste mensen zoeken de zon op, maar er zijn altijd nog wel een paar leeftijdgenoten die achterblijven. Beas schoolvriendje Sam, die zich op de tweede dag van de vakantie al stierlijk verveelt, komt bij haar langs en neemt Bea in de stromende regen mee naar een spookachtig, vervallen huis, waar hij een gruwelijke ontdekking heeft gedaan: het lijk van een man. Bea en Sam proberen te achterhalen wat er gebeurd is, maar hoe dieper ze graven, hoe gevaarlijker het blijkt te worden. Bovendien merken ze al gauw dat ze niet de enigen zijn die het mysterie willen ontrafelen.