In 1941 worden de ouders van drie joodse broers door de nazi's geëxecuteerd. De jongemannen vluchten de bossen van Wit-Rusland in. Daar bouwen Toevja, Asaël en Zoes Bielski een verborgen stad, waar alle joodse vluchtelingen in vrijheid kunne leven, midden in het door de Duitsers overweldigde Europa. Hun aantal groeit uit tot een enorme verzameling strijdlustige partizanen. Hoewel geteisterd door barre leefomstandigheden en altijd op hun hoede, gaat het leven in de verborgen stad gewoon door. Er vinden huwelijken en geboortes plaats, er worde winkels gebouwd, een school, een synagoge, een ziekenhuis, zelfs een theater. Voor de twaalfhonderd joden die in juli 1944 uit de bossen van Wit-Rusland tevoorschijn komen, en voor de nazaten van deze overlevenden, zijn de gebroeders Bielski een legende. Hun heldhaftige prestaties zullen voor altijd voortleven in de geschiedenis.