Ze vlogen 120 meter boven het wateropppervlak. Brandstof regende neer. De A-6 begon te vallen. Alan zag nog net hoe zijn vader zijn hoofd oprichtte en een hand opstak in een gebaar, half zwaai, half saluut. Weet hij dat ik het ben? Weet hij dat ik hier ben? Toen ging het hoofd omlaag en de A-6 viel als een baksteen uit de lucht. Een seconde later raakte het vliegtuig het water. 'Hij is verdwenen,' hoorde hij zichzelf zeggen. 'Hij is verdwenen.'

Kort voor de Golfoorlog wordt Alan Craik, een jonge marineofficier, op één van de twee Amerikaanse vliegdekschepen gestationeerd die richting Perzische Golf worden gestuurd. Zijn vader, een legendarische piloot bevindt zich aan boord van het andere schip.

Een nachtelijke aanval op de Iraanse kust, waaraan beiden deelnemen, eindigt in een tragedie. Alan moet toezien hoe zijn vaders vliegtuig in zee stort. Diep geschokt weigert Alan de officiële verklaring van het ongeluk - een toevalstreffer door een Iraanse raket - te accepteren. Hij is ervan overtuigd dat er sabotage in het spel is.

Er gaan jaren voorbij. Alan leert te leven met de druk van zijn carrière, die hem over de hele wereld leidt. Hij trouwt met Rose, een helikopterpilote, en is gelukkig. Maar de dood van zijn vader blijft hem bezighouden. In zijn jacht naar de waarheid doet Alan tenslotte een alarmerende ontdekking. De Amerikaanse marine herbergt in haar eigen gelederen niet één verrader, maar twee: een vader/zoon team dat hun vaderland jarenlang heeft verraden - en alles riskeert om niet ontdekt te worden.