In de loop der eeuwen is erg veel onderzoek gedaan naar alles wat in de evangeliën wordt beschreven. Of het nou over Jezus zelf gaat, over zijn moeder of over een van zijn volgelingen, over Jozef van Arimathea, Maria Magdalena, of over uitspraken van Jezus; aan alle details zijn al tienduizenden woorden gewijd. Deze woorden hadden de historische en wetenschappelijke bewijsbaarheid als uitgangspunt. De schrijver van dit boek hanteert een andere benadering.
Bij het kritisch lezen van de evangelieteksten ontdekt de auteur een code die de evangelisten gebruikten om bepaalde informatie ‘in te pakken’ zodat de boodschap voor niet-ingewijden verborgen bleef. Deze literaire code is nog niet eerder ontdekt. In het hele boek loopt deze codering als rode draad door de thema’s heen.
In de evangeliën is sprake van vele raadsels en mysteriën, de anonimiteit van de geliefde disci- pel, de onduidelijke achtergrond en hoedanigheid van Maria Magdalena, de plotselinge beke- ring van Paulus etc. In dit boek behandelt en analyseert de auteur deze raadsels en mysteriën door de gebruikte code aan het licht te brengen. Hij brengt de realiteit die erachter schuilt tot leven.