Zij geloofde in een sprookje uit Duizend-en-één-nacht toen zij met haar Egyptische man en hun baby naar Egypte vertrok. Maar de werkelijkheid was allesbehalve sprookjesachtig. Zij werd er een gevangene.
Heike Wagner schildert op sobere wijze en zonder valse sentimenten de moeilijke periode die zij doormaakte als gevangene van haar eigen echtgenoot. Zij vertelt over de liefde die zij aanvankelijk koesterde voor haar man Ahmed en voor het zonovergoten land aan de Nijl, over haar teleurstelling, de gebroken beloftes, de onverdraagzame eenzaamheid en het verlangen naar de vrijheid.