Zaansch Veem
Midden jaren tachtig werd Freek de Jonge door het gemeentebestuur van Zaandam gevraagd zijn jeugdherinneringen aan deze plaats op papier te zetten. Het was oorspronkelijk de bedoeling om, naar aanleiding van de reconstructie van de binnenstad, een klein representatief boekje te maken. De Jonge pakte het echter groter aan en het uiteindelijk resultaat was zijn literair debuut: Zaansch Veem (1987).
Gezien de aard van de opdracht heeft De Jonge hiervoor gebruik gemaakt van zijn eigen herinneringen. Het hoofdpersonage draagt zelfs zijn naam. Het is dan ook verleidelijk om de roman als een echte autobiografie te lezen. Toch is dat geen juiste leeswijze. In Zaansch Veem wordt de werkelijkheid namelijk niet waarheidsgetrouw weergegeven. Zo is het bijvoorbeeld zeer onwaarschijnlijk dat Karel Appel zijn gevleugelde woorden 'Ach joh, ik rotzooi maar wat an!' daadwerkelijk tegen Freek persoonlijk heeft gezegd.
Nu is de vraag wat echt gebeurd is en wat niet, nauwelijks van belang. Een roman creƫert zijn eigen werkelijkheid en als lezer volg je die. De reden dat ik het probleem hier ter sprake breng, is dat het spelen met de werkelijkheid heel kenmerkend is voor het werk van Freek de Jonge. Men heeft er regelmatig op gewezen dat hij zowel in zijn romans als in zijn theatervoorstellingen de fictie gebruikt om de werkelijkheid op z'n kop te zetten. In feite geldt dit in meer of mindere mate voor iedere kunstenaar, maar de manier waarop De Jonge dit proces beheerst, mag op zijn minst opmerkelijk genoemd worden. Zaansch Veem is daar het zoveelste voorbeeld van.
Gezien de aard van de opdracht heeft De Jonge hiervoor gebruik gemaakt van zijn eigen herinneringen. Het hoofdpersonage draagt zelfs zijn naam. Het is dan ook verleidelijk om de roman als een echte autobiografie te lezen. Toch is dat geen juiste leeswijze. In Zaansch Veem wordt de werkelijkheid namelijk niet waarheidsgetrouw weergegeven. Zo is het bijvoorbeeld zeer onwaarschijnlijk dat Karel Appel zijn gevleugelde woorden 'Ach joh, ik rotzooi maar wat an!' daadwerkelijk tegen Freek persoonlijk heeft gezegd.
Nu is de vraag wat echt gebeurd is en wat niet, nauwelijks van belang. Een roman creƫert zijn eigen werkelijkheid en als lezer volg je die. De reden dat ik het probleem hier ter sprake breng, is dat het spelen met de werkelijkheid heel kenmerkend is voor het werk van Freek de Jonge. Men heeft er regelmatig op gewezen dat hij zowel in zijn romans als in zijn theatervoorstellingen de fictie gebruikt om de werkelijkheid op z'n kop te zetten. In feite geldt dit in meer of mindere mate voor iedere kunstenaar, maar de manier waarop De Jonge dit proces beheerst, mag op zijn minst opmerkelijk genoemd worden. Zaansch Veem is daar het zoveelste voorbeeld van.
Auteur | | Freek Jonge De |
Taal | | Nederlands |
Type | | |
Categorie | | Literatuur & Romans |