Aan de vooravond van zijn vijfendertigste verjaardag is de verder niet bij naam genoemde verteller blut, vervreemd van zijn vrouw en drie kinderen, en woont hij in bij een goede vriend. In vier dagen tijd probeert hij zijn bestaan op orde te krijgen. Hij wil zoveel mogelijk geld bij elkaar verdienen met klussen in de bouw, hoewel hij in de buurt bekend staat als ‘de professor’, aangezien hem ooit een academische toekomst werd toegedicht.Mijmeringen in het heden – over New York City, waar hij zijn kinderen koste wat het kost op een privéschool wil houden, terwijl hij ook zijn relatiecrisis probeert te bestrijden – wisselen zich af met herinneringen aan het verleden. Hij denkt terug aan zijn jeugd in Boston en hoe hij elke dag met de bus naar een betere school in een buitenwijk werd gebracht, en aan zijn tierende moeder en alcoholische vader. Man gaat neer is een poëtisch geschreven roman, en een bijzonder debuut – indringend en aangrijpend. Het is het verhaal over de American dream die niet uitkomt, over hoe het is om tot mislukken gedoemd te zijn en om aan dat vonnis te willen ontsnappen. Thomas’ schrijfstijl roept herinneringen op aan grote Amerikaanse meesterwerken, zoals The Invisible Man, en is opgebouwd als een evenbeeld van Four Quartets van T.S. Elliot. Maar tegelijkertijd laat het een geheel nieuw en oorspronkelijk geluid horen.