Met het aanbreken van de jaren zestig, een decennium dat het leven in Ierland voorgoed zal veranderen, begint Peter Sheridans warme, ontroerende portret van zijn familie. Hij neemt ons mee naar een huis vol onstuitbare Sheridans; pa, ma, de eigengereide kinderen, een gezin dat met moeite het hoofd boven water houdt. Vanaf de allereerste bladzijde maken we deel uit van hun leven. We juichen om hun trimofen en huilen om hun tragedies, maar steeds ligt de humor vlak om de hoek. Uiteindelijk slaan we het boek dicht met het gevoel dat we door het lezen ervan zelf zijn opgenomen in dit grote, levensechte gezin.