Uit boek over filosofie weten we wie de filosofen waren en wat ze dachten, in welke tijd ze leefden en welke periodes en stromingen er bestaan. Zeno en de schildpad is anders: het laat zien hóé filosofen precies tot hun ideeën komen, welke trucs en vaardigheden zij hanteren, kortom: uit welke gereedschapskist zij putten. We lezen over het scheermes van Ockham en de vork van Hume, over de grot van Plato en de hamer van Nietzsche, de dialectiek van Hegel en de spiegel van Wittgenstein. Bovendien laat Nicolas Fearn zien hoe deze trucs van pas komen in allerhande meer of minder precaire situaties in het dagelijkse leven. Zo leren we van Socrates onze ideeën helder te formuleren – handig voor een sollicitatiegesprek. Nietzsche geeft ons inzicht in de omgang met pijn en lijden – voor als je in het ziekenhuis terechtkomt. Kant laat zien hoe sterk ons begrip van de wereld gekleurd is door de zintuigen – belangrijk nieuws voor onderzoekers en journalisten.