"Bidden wij voor Owen Meany" beschrijft de buitengewone en noodlottige vriendschap tussen trwee opgroeiende jongens in Gravesend, New Hampshire.
Zomer 1953. Aan het eind van een landerige honkbalmiddag mag de kleine Owen Meany de laatste slagbeurt maken. Nog nooit heeft de coach hem die eer gegund, want nog nooit heeft Owen Meany een klap van betekenis kunnen produceren. Die middag haalt Owen Meany uit als nooit tevoren en met de enige bal die hij ooit heeft kunnen raken, doodt hij de moeder van zijn beste vriend.
Een noodlottig ongeval. Maar Owen Meany gelooft niet in toeval of ongeluk. Hij is er vast van overtuigd dat hij het instrument van God is. Wat er, na die bal in 1953, met Owen Meany gebeurt, is inderdaad ongelooflijk en beangstigend. Met pijnlijke nauwkeurigheid staat voor Owen Meany vast hoe de rest van zijn leven zal verlopen. Gedragen door zijn vaste geloof in God en zij vriendschap met John, gaat hij zijn onafwendbaar lot tegemoet.