De broers Abraham (1753-1826) en Jacob (1756-1815) van Strij zijn beroemd om hun sfeervolle schilderijen van weidse landschappen en Hollandse huiskamers. Zoals veel 18de-eeuwse schilders kozen zij voor typisch Nederlandse genres. Abraham specialiseerde zich in het schilderen van portretten en interieurs, Jacob concentreerde zich op het landschap. Voor beiden waren de 17de-eeuwse meesters het lichtende voorbeeld. Jacobs weidse, zonnige landschappen ademen de sfeer van het werk van Aelbert Cuyp. Abrahams verstilde interieurs doen denken aan die van Pieter de Hooch.
Dit rijk geïllustreerde boek met bijdragen van diverse kunsthistorici geeft nieuwe inzichten in de kunst van deze broers. Voor het eerst wordt aandacht besteed aan de stilistische ontwikkeling in het getekende oeuvre. Verder wordt de relatie met voorgangers als de genoemde Aelbert Cuyp en Pieter de Hooch uitgediept. Tot slot wordt een niet eerder gepubliceerd schetsboek van Abraham uit een particuliere collectie behandeld.
Dit boek zal de kennis over de gebroeders Van Strij verrijken en zorgen voor een hernieuwde waardering van deze toonaangevende 18de-eeuwse kunstenaars