Op basis van de eigen collectie en bruiklenen van Nederlandse musea en particulieren stelde het Rijksprentenkabinet een boek samen van ruim 110 topstukken op papier uit de voor de Nederlandse kunst zo belangrijke periode 1885-1915.
De kunstenaars die in het boek zijn opgenomen, werkten vooral in Amsterdam, onder wie de impressionisten Breitner, Israëls en Witsen. Iets jonger waren kunstenaars als Verster, Toorop, Thorn Prikker en Van Hoytema.
De decoratieve kunst uit die jaren (art nouveau) werd onder anderen beoefend door Dijsselhof, Nieuwenhuis, Lion Cachet en De Bazel. De daaropvolgende generatie kunstenaars was sterker dan ooit gericht op Parijs. Van Dongen vestigde zich er voorgoed, Sluijters en Gestel ondergingen vergaande invloeden en Mondriaan ging er later eveneens wonen. Foto's zijn er door Witsen en Breitner.
De algemene inleiding over Nederland en de Nederlandse kunst in de periode 1885-1915 is geschreven door Carel Blotkamp.