In dit prachtige boek wordt ingegaan op de plaats die de bekendste Nederlandse outsider kunstenaar Willem van Genk (1927) in de hedendaagse kunst en de outsider art inneemt. Leven en werk van Willem van Genk zijn nauw met elkaar verbonden. Hij ervaart de wereld om zich heen als bedreigend en levensgevaarlijk. Alleen door zijn beeld van de wereld uit te werken en te ordenen in tekeningen en schilderingen, krijgt hij greep op zijn angsten. In Van Genks werk razen trams, trolleybussen en treinen stations binnen, doorklieven zeppelins en vliegtuigen het luchtruim en rijzen indrukwekkende gebouwen ten hemel. Flarden tekst uit boeken, tijdschriften en kranten completeren deze beelden op papier en hardboard.
In het boek worden vijftig topstukken uitgebreid besproken en wordt nader ingegaan op het autobiografische karakter van zijn werk. Een oeuvrecatalogus en een bibliografie maken de uitgave volledig.