De architectuur van de late 18e en 19e eeuw was tot voor kort het lelijke eendje van de Nederlandse kunstgeschiedenis. Nu de belangstelling (en waardering) voor gebouwen uit die periode sterk is toegenomen en een systematische bescherming daarvan ter hand is genomen, voorziet dit boek in de behoefte aan een overzicht. Uitgangspunt zijn de initiatieven die in de periode 1775-1880 tot bevordering van de Nederlandse bouwkunst werden genomen: het uitbrengen van boeken en tijdschriften, het organiseren van studieprijsvragen en discussiebijeenkomsten en het geven van onderwijs. In het eerste deel worden de initiatieven belicht die van 1775 tot 1842 door de overheid, genootschappen en opleidingen werden genomen. In het 2e deel staan de activiteiten van de in 1842 opgerichte Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst centraal, destijds het belangrijkste bouwkunstgenootschap in Nederland. Aan de hand van de vele afbeeldingen wordt de uitwerking van deze initiatieven op de bouwkunst van die tijd