Egon Schiele stierf in 1918 op achtentwintigjarige leeftijd aan de Spaanse griep, maar liet nietemin een belangrijk, zij het controversieel oeuvre na, dat hem tot een van de grootste Oostenrijkse expressionisten maakte. Zijn werk, waarin hij zich bezighield met fundamentele facetten van het menselijk leven - erotiek, seksualiteit en dood - veroorzaakte een schandaal in het Wenen van het begin van de twintigste eeuw. Behalve uiterst realistische naakten maakte hij buitengewoon gevoelige portretten, landschappen en allegoriën waarin hij het wezen van zijn onderwerpen probeerde te doorgronden.
In dit boek biedt Jane Kallir, die talloze boeken over Egon Schiele heeft geschreven, waaronder de catalogue raisonnée van zijn oeuvre, een fascinerend overzicht van leven en werk van de kunstenaar, dat is geïllustreerd met schilderijen, kleurrijke tekeningen en foto's. Het merendeel van het hier gepresenteerde werk is afkomstig uit de prachtige verzameling van het Albertina in Wenen.