De Haarlemse schilder Jaap Ploos van Amstel (1926) volgde opleidingen aan de Akademie voor Beeldende Vorming in Amsterdam, de Académie des Beaux Arts te Parijs en nam deel aan de Sommerakademie van Oskar Kokoschka in Salzburg (1956 en 1957). Hij kreeg gaandeweg veel erkenning voor zijn werk. Hij ontpopte zich als een veelzijdig kunstenaar. In een ruige olieverfstreek schilderde hij een grote variëteit aan onderwerpen, zoals monumentale abstract aandoende landschappen aan de Bretonse kust, uitgedoofde vulkanen in de Auvergne, rotswanden bij Delphi en verweerde karrepoorten in de Pyreneeën. Levendig zijn zijn aquarellen van ballonnen en vliegers op het strand, soms met summier aangeduide mensen. De zwart-wittekeningen (in gemengde techniek) en aquarellen van Nederlandse marineschepen en helikopters ogen de ene keer dynamisch, de andere keer poëtisch en verstild. Het werk van Ploos van Amstel is doordrenkt van noordelijk atmosferisch licht en gaat door de eenvoud van lijnen en vormen terug naar de essentie van wat hij zag en ervoer op het moment dat hij dit alles weergaf.