Wetenschap! Een woord dat bij veel mensen associaties oproept met wereldvreemde onderzoekers die nergens meer plezier in hebben dan het publiek een giftige cocktail voor te zetten van onbegrijpelijke formules en weerzinwekkende berekeningen. Merkwaardig is dan weer dat, als zich een nieuwe ontwikkeling aandient, de neuzen toch weer één kant opgaan: voor natuurverschijnselen en wetenschappelijke ontdekkingen is blijkbaar veel meer belangstelling dan men vaak wil toegeven. Het gaat immers om één van de pijlers van onze moderne samenleving. Mooi dus dat je nogal eens vragen kunt horen stellen als:

Hoe werkt een annuïteitenhypotheek?
Welke trucs passen snelrekenaars toe?
Hoe kan een verkeerslicht ingesteld worden?
Welke snelheid moet een raket hebben?
Hoe kan een gemiddelde bepaald worden?
Welke betekenis heeft Einstein voor de natuurwetenschap gehad?

Uitgerekend! Een woord dat na 40 jaar dienst in het onderwijs in de vakken wis- en natuurkunde wel zo ongeveer op de schrijver van toepassing is. Dit boek wil een ontdekkingstocht zijn, waarbij nergens een panoramisch overzicht wordt geboden, maar wel interessante zijpaadjes worden ingeslagen en we ons laten verrassen door aardige doorkijkjes.
Kortom: er wordt een poging gedaan om tastbaar te maken wat 'die rekenaars' bezielt, en waarom zij van de vele adembenemende eigenschappen van getallen en hun vaak ongedachte toepassingsmogelijkheden - ook in het leven van alledag - zo intens in vervoering kunnen raken.