Met een cello door Siberie
In 1845 hoort Felix Mendelssohn in zijn woonplaats Leipzig een Franse celliste van zeventien jaar spelen. Hij is zo van haar onder de indruk dat hij een Lied ohne Worte voor cello en piano componeert en aan haar opdraagt. Haar naam is Lise Cristiani en ze speelt op een prachtige stradivariuscello. Zij is de eerste vrouw die in het openbaar als cellist optreedt. Een jaar daarvóór heeft ze haar debuut in Parijs gemaakt en kort daarna is ze internationaal doorgebroken in Wenen.
Het jaar daarop geeft ze met groot succes meer dan twintig concerten in Duitsland en Scandinavië. Daarna reist ze naar Sint-Petersburg en trekt verder naar Siberië, helemaal tot Irkoetsk. Daar hoort ze dat de gouverneur-generaal van Oost-Siberië op expeditie gaat naar de Stille Oceaan. Ze regelt dat ze mee mag, mét haar stradivarius.
Na de zeer avontuurlijke expeditie keert ze al concerterend vanuit Irkoetsk terug naar Moskou. Daar blijkt ze tuberculose te hebben. Als ze weer wat opgeknapt is, gaat ze met een bevriende pianist op tournee naar de Oekraïne. Vandaar reist ze alleen verder naar de Kaukasus. Ze is onder andere de gast van de bevelhebber van de Russische troepen die daar tegen de Tsjetsjenen vechten.
Na ruim zes jaar keert ze dan eindelijk weer naar huis terug. Dat zal ze echter niet halen. In Novotsjerkassk krijgt ze cholera en overlijdt binnen een dag. Ze is dan pas 25 jaar...
De auteur, een enthousiast amateur-cellist, ontdekt kort voor zijn pensioen de hoofdlijnen van het bovenstaande verhaal en besluit dat verder uit te zoeken. Uiteindelijk reist hij, ruim anderhalve eeuw later, zijn heldin in Rusland achterna en neemt de lezer mee op zijn speurtocht.
Het laatste deel van het boek beschrijft de zoektocht naar de wederwaardigheden van de stradivariuscello van Lise Cristiani, die uiteindelijk weer terugkeert naar zijn geboorteplaats Cremona.
Het jaar daarop geeft ze met groot succes meer dan twintig concerten in Duitsland en Scandinavië. Daarna reist ze naar Sint-Petersburg en trekt verder naar Siberië, helemaal tot Irkoetsk. Daar hoort ze dat de gouverneur-generaal van Oost-Siberië op expeditie gaat naar de Stille Oceaan. Ze regelt dat ze mee mag, mét haar stradivarius.
Na de zeer avontuurlijke expeditie keert ze al concerterend vanuit Irkoetsk terug naar Moskou. Daar blijkt ze tuberculose te hebben. Als ze weer wat opgeknapt is, gaat ze met een bevriende pianist op tournee naar de Oekraïne. Vandaar reist ze alleen verder naar de Kaukasus. Ze is onder andere de gast van de bevelhebber van de Russische troepen die daar tegen de Tsjetsjenen vechten.
Na ruim zes jaar keert ze dan eindelijk weer naar huis terug. Dat zal ze echter niet halen. In Novotsjerkassk krijgt ze cholera en overlijdt binnen een dag. Ze is dan pas 25 jaar...
De auteur, een enthousiast amateur-cellist, ontdekt kort voor zijn pensioen de hoofdlijnen van het bovenstaande verhaal en besluit dat verder uit te zoeken. Uiteindelijk reist hij, ruim anderhalve eeuw later, zijn heldin in Rusland achterna en neemt de lezer mee op zijn speurtocht.
Het laatste deel van het boek beschrijft de zoektocht naar de wederwaardigheden van de stradivariuscello van Lise Cristiani, die uiteindelijk weer terugkeert naar zijn geboorteplaats Cremona.
Auteur | | René de Vries |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Kunst & Fotografie |