Luis A. is geboren in Argentini'. Zijn moeder, een indiaanse van de Quechua-stam, sterft als hij nog zeer jong is. De dood scheidt hen echter niet. Hij gaat naar haar op zoek. Vindt hij haar? Vindt hij nog meer als hij besluit de bergen in te trekken? De inwijding begint in de ru&8226;nes van Tiahuanaco, waar de jongeman kennismaakt met de sjamaan El Chura, 'de man van de veren van de vos'. Deze zet zijn leerling op het spoor van de zeven veren van de adelaar, de zeven geheimen van het leven. Deze ontmoeting zal andere uitlokken: die met de 'wachter van de tijd', met de oude Chipès, met do-a Mar´a, en met de liefde, die het oudste mysterie ter wereld is. Luis A. is geen romanpersonage. Deze vreemde, kwellende zoektocht naar kennis en licht heeft beslist plaatsgevonden, ergens op een dag, tussen de Sierra Grande, de straatjes van La Paz en de hoogvlakte van Machu Picchu. Een fascinerend, schitterend geschreven klein epos in een prachtige vertaling van Louis van den Bos.