P.A. Daum (1850-1898) hoort tot de belangrijkste auteurs uit de Indisch-Nederlandse letterkunde. Zijn personages figureren tegen de achtergrond van de koloniale maatschappij, die hun gedrag, hun denken en vaak ook hun lot bepaalde. We leren hen kennen in hun carrièrestreven en roddelzucht, in hun 'ups' maar vooral in hun 'downs': het verval en de demoralisatie, de wanhoop en de eenzaamheid.

In Goena-goena, Daums meest gelezen boek, wordt de intrige gedomineerd door de 'stille kracht', het 'veel geld verdienen' en het 'Indische huwelijk'. Geen auteur heeft zo'n indringend beeld gegeven van het binnen de Europese samenleving verankerde concubinaat als Daum dat heeft gedaan in 'Nummer Elf' en in de (hiervoor het eerst herdrukte) novelle 'Ontzusterd'. In 'Ups' en 'Downs' in het Indische leven brengen de personages 'van het eerste uur' het tot een ontzagwekkende rijkdom en maatschappelijke glorie; met hun dood begint evenwel het verval en de demoralisatie van degenen die achterbleven. In Aboe Bakar ten slotte komt de hoofdpersoon vanuit het Europese kamp terecht in dat van de 'inlander'; de confrontatie tussen overheersers en overheersten levert een fascinerend schouwspel op.