In den beginne waren er wuivende graanhalmen. Toen kwam de mens die de graanhalmen transformeerde in pasta, in alle soorten en maten. Achter de bergen was de zee. In die zee bestond een wondere wereld van fauna. De mens plukte deze vruchten van de zee, betoverd door hun schoonheid. Op een dag kreeg een kleine man een idee: hij nam het goud er aarde en de edelstenen uit de zee. Hij droeg ze naar huis en stopte alles in een grote pan. Het was die dag dat land en zee elkaar ontmoetten en dat ze samensmolten.