Na het overlijden van Gerda Miedema blijven haar man Louwe en haar dochter Rita verslagen achter in hun Groninger dorp. Louwe verdrinkt in zijn verdriet en vindt het vanzelfsprekend dat Rita het huishouden op zich neemt. Gelukkig krijgt Rita na verloop van tijd verkering met Wessel en algauw ontstaan er huwelijksplannen. Plotseling echter komt vader Louwe aanzetten met een nieuwe liefde, de Rotterdamse Riekje. Rita verzet zich er hevig tegen dat haar vader wil hertrouwen, vooral als blijkt dat Riekje pas 22 jaar is. Rita en Wessel stellen door dit conflict hun huwelijk uit; maar Louwe en Riekje trouwen en krijgen twee kinderen. Rita blijft haar vaders huishouding doen, omdat haar jongere stiefmoeder absoluut geen huisvrouw of moedertype is. En Wessel laat zij wachten. Deze ongezonde situatie escaleert als Riekje wegloopt en Rita opeens opgescheept zit met de verzorging van twee verwaarloosde kindertjes. Wessel breekt met haar: de twee kleintjes wil hij niet accepteren. Rita’s leven ligt in scherven. Toch breekt na veel moeilijkheden ook voor haar ten slotte het geluk aan.