Zolang de mens bestaat is hij in de weer geweest om zijn lusten te bevredigen en onlust te vermijden. In Lust en onlust en hun lotgevallen wordt verslag gedaan van zijn niet aflatende pogingen om de balans in het voordeel van de genoegens des levens te laten doorslaan.

Om aan de weet te. komen in hoeverre de mens hierin is geslaagd, zijn filosofen, psychologen en schrijvers die zich- in dit vraagstuk hebben verdiept, geraadpleegd. Aangezien de tuin der lusten overal gezocht wordt, zijn representanten van zowel de oude als de nieuwe wereld aan het woord gekomen, dus Aristoteles en Lasch. En daar het streven om van liet ondermaanse een lustoord te maken van alle tijden is, hebben ook vertegenwoordigers van de tussenliggende eeuwen het woord gevoerd: van kerkvaders, humanisten, rationalisten en empiristen, markies de Sade en ridder van Sache-Masoch. Schopenhauer, Nietzsehe en Freud tot en met de Frankfurters, Sloterdijk en Finkelkraut.

Of de profetie van Aristoteles dat de prijs, die de mens betaalt voor zijn frenetieke zoeken naar het geluk bestaat in het vinden van zijn eigen ongeluk, uitgekomen is Mieve de lezer aan de hand van de visies der geconsulteerde denkers zelf uit te maken.

De auteur is als klinisch psycholoog verbond aan de Universiteit van Amsterdam.