Practicum huisartsgeneeskunde - Astma en COPD
Astma en COPD behoren beide tot de meest voorkomende chronische
aandoeningen in de huisartspraktijk. Met name door de toename van
het roken door vrouwen in de afgelopen decennia zal de prevalentie van
COPD de komende jaren nog fors stijgen.
De inzichten over hoe goede diagnostiek bij astma en COPD eruit moet
zien, zijn de laatste jaren flink in beweging. In de laatste aanpassing van
de NHG-Standaarden over astma en COPD (2008) neemt de spirometrie
al een minder bepalende plaats in dan voorheen en wordt gewezen op
het belang van een goede anamnese wat betreft het patroon van klachten,
beperkingen en uitlokkende factoren.
De dubbeldiagnose astma én COPD blijkt hierdoor vaker gesteld te worden
en ook blijkt de diagnose astma dan wel COPD soms heroverwogen te
moeten worden.
Bij de behandeling en de begeleiding heeft de praktijkondersteuner in een
groot deel van de huisartspraktijken een vaste plaats gekregen. Het delegeren
van taken van de huisarts aan de praktijkondersteuner en het bieden
van geprotocolleerde en gestructureerde zorg hebben de kwaliteit van de
zorg aan astma- en COPD-patiënten in de huisartspraktijk verbeterd. De
samenwerking met andere zorgpartners heeft een stimulans gekregen
door ketenzorgprojecten.
Voor de huisarts betekenen deze veranderingen in de zorg dat de eigen
expertise op het terrein van astma en COPD op peil moet zijn om het
gevraagde huisartsgeneeskundig zorgaanbod te leveren en de consultatiefunctie
ten aanzien van de praktijkondersteuner adequaat in te
vullen.
Van huisartspraktijken wordt in toenemende mate gevraagd de kwaliteit
van de zorg transparant te maken door het registreren en zichtbaar maken
van het feitelijk handelen. Het NHG heeft een voorlopige set indicatoren
voor zowel astma als COPD vastgesteld die als basis dient voor zorgprogramma’s
en eerstelijns-DBC’s.
aandoeningen in de huisartspraktijk. Met name door de toename van
het roken door vrouwen in de afgelopen decennia zal de prevalentie van
COPD de komende jaren nog fors stijgen.
De inzichten over hoe goede diagnostiek bij astma en COPD eruit moet
zien, zijn de laatste jaren flink in beweging. In de laatste aanpassing van
de NHG-Standaarden over astma en COPD (2008) neemt de spirometrie
al een minder bepalende plaats in dan voorheen en wordt gewezen op
het belang van een goede anamnese wat betreft het patroon van klachten,
beperkingen en uitlokkende factoren.
De dubbeldiagnose astma én COPD blijkt hierdoor vaker gesteld te worden
en ook blijkt de diagnose astma dan wel COPD soms heroverwogen te
moeten worden.
Bij de behandeling en de begeleiding heeft de praktijkondersteuner in een
groot deel van de huisartspraktijken een vaste plaats gekregen. Het delegeren
van taken van de huisarts aan de praktijkondersteuner en het bieden
van geprotocolleerde en gestructureerde zorg hebben de kwaliteit van de
zorg aan astma- en COPD-patiënten in de huisartspraktijk verbeterd. De
samenwerking met andere zorgpartners heeft een stimulans gekregen
door ketenzorgprojecten.
Voor de huisarts betekenen deze veranderingen in de zorg dat de eigen
expertise op het terrein van astma en COPD op peil moet zijn om het
gevraagde huisartsgeneeskundig zorgaanbod te leveren en de consultatiefunctie
ten aanzien van de praktijkondersteuner adequaat in te
vullen.
Van huisartspraktijken wordt in toenemende mate gevraagd de kwaliteit
van de zorg transparant te maken door het registreren en zichtbaar maken
van het feitelijk handelen. Het NHG heeft een voorlopige set indicatoren
voor zowel astma als COPD vastgesteld die als basis dient voor zorgprogramma’s
en eerstelijns-DBC’s.
Auteur | | Barend van Duin |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Geneeskunde & Verpleging |