3 Pijn
Inzichten over pijn zijn de laatste vijftig jaar herhaaldelijk ingrijpend gewijzigd. Pijn is lang niet altijd een direct gevolg van een uitlokkende prikkel of weefselschade, maar is een uiterst variabele en flexibele subjectieve gewaarwording die meestal van vele factoren tegelijk afhangt. Pijn is niet te voorspellen, maar overvalt ons op de meest ongelegen momenten om onduidelijke redenen. Het vaak impliciete uitgangspunt 'pijn is vervelend en moet dus bestreden worden' is achterhaald. In plaats daarvan komt een zorgvuldige analyse van de zin van pijn. Pijn kan een signaal zijn voor onraad in de ruimste zin van het woord, kan een alarm zijn voor iemand in levensnood. Pijn kan ook een doel hebben: het dwingt een gedragsverandering af die van levensbelang kan zijn. Het domweg bestrijden van pijn kan daarom riskant zijn.
Filosofische, psychologische, fysiologische en neurologische benaderingen sluiten vaak goed op elkaar aan. De neurowetenschappelijke benadering blijkt een brug te kunnen slaan tussen vele invalshoeken.
In het boek kunnen grofweg drie gedeelten worden onderscheiden.
In hoofdstuk 1 t/m 6 worden uitgangspunten bij het denken over pijn gepresenteerd, alsmede de perifere fysiologie. Deze materie vormt de basis voor de pijnanalyse die later in het boek wordt uitgewerkt.
De hoofdstukken 7 t/m 16 staan in het teken van het zenuwstelsel en neurogene pijn. Moderne theorieën over reflex-dystrofie, fantoompijn en andere beruchte pijnsyndromen worden uitgelegd.
Van theorie naar praktijk is het thema van het derde gedeelte (hoofdstuk 17 t/m 23). Twee hoofdstukken gaan over psychologische aspecten van pijn. In de praktijk wordt er ook nu nog vaak van uitgegaan dat chronische pijn een organische of psychische oorzaak heeft. In dit 'dualistische simplisme' worden voor het gemak alle psychologische mechanismen op een hoop gegooid. In dit boek worden verschillende psychologische denkmodellen geponeerd, o.a. psychofysiologische, operante en cognitieve verklaringen. Pijn kan het resultaat zijn van een leerproces. De plastische eigenschappen van ons zenuwstelsel vormen de biologische basis voor leerprocessen: neurowetenschappen en psychologie reiken elkaar de hand! Vervolgens wordt een overzicht gegeven over de evaluatie en behandeling van pijn. Speciale aandacht wordt gegeven aan neuromodulatie-therapie: pijnbehandeling door prikkeling. Ten slotte worden enkele adviezen gegeven voor een pijnanalyse in de praktijk. Hier wordt een voorstel gedaan voor een systematische aanpak van de pijnanalyse volgens de zogenoemde empirische cyclus. Bij deze werkwijze staat centraal dat het `denken over pijn' wordt verwerkt in klinisch handelen. Theoretische concepten suggereren een therapeutische aanpak; op basis van therapeutische ervaring wordt de theorie weer bijgesteld.
In dit boek komt veel niet aan de orde. Kant en klare recepten voor pijnbestrijding
Filosofische, psychologische, fysiologische en neurologische benaderingen sluiten vaak goed op elkaar aan. De neurowetenschappelijke benadering blijkt een brug te kunnen slaan tussen vele invalshoeken.
In het boek kunnen grofweg drie gedeelten worden onderscheiden.
In hoofdstuk 1 t/m 6 worden uitgangspunten bij het denken over pijn gepresenteerd, alsmede de perifere fysiologie. Deze materie vormt de basis voor de pijnanalyse die later in het boek wordt uitgewerkt.
De hoofdstukken 7 t/m 16 staan in het teken van het zenuwstelsel en neurogene pijn. Moderne theorieën over reflex-dystrofie, fantoompijn en andere beruchte pijnsyndromen worden uitgelegd.
Van theorie naar praktijk is het thema van het derde gedeelte (hoofdstuk 17 t/m 23). Twee hoofdstukken gaan over psychologische aspecten van pijn. In de praktijk wordt er ook nu nog vaak van uitgegaan dat chronische pijn een organische of psychische oorzaak heeft. In dit 'dualistische simplisme' worden voor het gemak alle psychologische mechanismen op een hoop gegooid. In dit boek worden verschillende psychologische denkmodellen geponeerd, o.a. psychofysiologische, operante en cognitieve verklaringen. Pijn kan het resultaat zijn van een leerproces. De plastische eigenschappen van ons zenuwstelsel vormen de biologische basis voor leerprocessen: neurowetenschappen en psychologie reiken elkaar de hand! Vervolgens wordt een overzicht gegeven over de evaluatie en behandeling van pijn. Speciale aandacht wordt gegeven aan neuromodulatie-therapie: pijnbehandeling door prikkeling. Ten slotte worden enkele adviezen gegeven voor een pijnanalyse in de praktijk. Hier wordt een voorstel gedaan voor een systematische aanpak van de pijnanalyse volgens de zogenoemde empirische cyclus. Bij deze werkwijze staat centraal dat het `denken over pijn' wordt verwerkt in klinisch handelen. Theoretische concepten suggereren een therapeutische aanpak; op basis van therapeutische ervaring wordt de theorie weer bijgesteld.
In dit boek komt veel niet aan de orde. Kant en klare recepten voor pijnbestrijding
Auteur | | B. Cranenburgh |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Geneeskunde & Verpleging |