Een Spaanse Groninger in Marokko
De achttiende eeuw is rijk aan schilderachtige figuren, maar Johan Willem Ripperda spant de kroon. De halsbrekende levenskunst van deze Groningse jonker verleent zijn levensgeschiedenis de bekoring van een roman. Ripperda waait met alle winden mee en verzeilt van het ene land in het andere. Zijn rusteloosheid drijft hem voort en zijn aanwezigheid gaat steeds gepaard met onrust. Een Spaanse Groninger in Marokko neemt de lezer mee op een odyssee naar onbekende werelden in het verleden.
Ripperda trok zichzelf aan zijn haren omhoog uit de Groningse klei en werd met kunst-en vliegwerk een van aanzien – totdat de schuldeisers geld wilden zien en hij met de noorderzon verdween naar het zuiden. In Spanje werd hij dankzij de kunst der zelfverheffing hertog, Grande der Eerste Klasse en eerste minister – totdat hij jammerlijk ten val kwam en voor de rest van zijn levensdagen werd opgesloten in een kasteel. Dat was althans de bedoeling, maar Ripperda ontsnapte op wonderbaarlijke wijze en dook op in Marokko. De legende hult hem in de sprookjesachtige sluiers van Duizend-en-een-nacht en maakt hem eerste pasja van Marokko, in een herhaling van zijn Spaanse hoogstandje. De waarheid is nauwelijks minder fabelachtig: hij handelde in wapens en was uitbater van kaperschepen. De overlevering dat Ripperda probeerde koning van Corsica te worden bevat een kern van waarheid, maar die bekroning van zijn leven bleef uit. Hij stierf in I737 onder verdachte omstandigheden in de Marokkaanse stad Tetuan. Onderzoek ter plaatse voerde de biograaf naar zijn naamloze graf, aangetroffen onder rommelig struikgewas in de tuin van zijn voormalige woning.
Ripperda trok zichzelf aan zijn haren omhoog uit de Groningse klei en werd met kunst-en vliegwerk een van aanzien – totdat de schuldeisers geld wilden zien en hij met de noorderzon verdween naar het zuiden. In Spanje werd hij dankzij de kunst der zelfverheffing hertog, Grande der Eerste Klasse en eerste minister – totdat hij jammerlijk ten val kwam en voor de rest van zijn levensdagen werd opgesloten in een kasteel. Dat was althans de bedoeling, maar Ripperda ontsnapte op wonderbaarlijke wijze en dook op in Marokko. De legende hult hem in de sprookjesachtige sluiers van Duizend-en-een-nacht en maakt hem eerste pasja van Marokko, in een herhaling van zijn Spaanse hoogstandje. De waarheid is nauwelijks minder fabelachtig: hij handelde in wapens en was uitbater van kaperschepen. De overlevering dat Ripperda probeerde koning van Corsica te worden bevat een kern van waarheid, maar die bekroning van zijn leven bleef uit. Hij stierf in I737 onder verdachte omstandigheden in de Marokkaanse stad Tetuan. Onderzoek ter plaatse voerde de biograaf naar zijn naamloze graf, aangetroffen onder rommelig struikgewas in de tuin van zijn voormalige woning.
Auteur | | Sijtze van der Veen |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | | Geschiedenis |