'Marken, wat weiland in zee,' schreef Joost van den Vondel. Marken leidt de toptien van typisch Oudhollandse plaatsen die elke buitenlander moet bezoeken. Dag na dag drentelen drommen toeristen over het eiland, zich vergapend aan de authentieke terpen en slootjes, de pittoreske straatjes met hun poppenhuizen en de mensen in hun klederdracht. Marken heeft, met Spakenburg en Staphorst, de naam streng calvinistisch te zijn, en de associatie met begrippen als traditite, eenvoud en soberheid wordt snel gemaakt. Het verhaal van Marken - meer geboren uit een overwalse droom dan uit de eilandse werkelijkheid - is zo alom aanvaard, dat het eiland ten slotte zelf in zijn eigen beeldvorming is gaan geloven.

Dit boek beschrijft de 'ontdekking' van Marken, zoals het ooit was én zoals de beeldvorming het wil. Het gaat over de Marker mensen en hun samenleving, met name in de laatste eeuw van het zelfstandig bestaan, en de ontwikkeling van de beeldvorming, haar oorsprong en belang. Kortom, Marken handelt over kerktwisten en eilandstatus, over technische en economische ontwikkelingen en over middelen van bestaan voor en na de Afsluitdijk.

Aan de hand van mondeling overgeleverde verhalen, documenten, bevolkingsregisters, notulen van vergaderingen en uniek beeld, materiaal vertelt Marken. De geschiedenis van een eiland op sprekende wijze het verhaal van Marken en zijn mythe, van beeld en afgebeelde.