Hij had overal opnieuw kunnen beginnen. Toch kiest de jonge balorige Nordip, verlaten door zijn lief Tsjoepita, vrijwillig het ruime sop in de keuken van het Van der Valk-achtige schnitzelparadijs De Blauwe Gier, een hotelrestaurant in het plaatsje Opdeinen. Na twee jaar massief te hebben geslapen wordt hij vrijwillig pannenboy in de hete keuken, daar waar de jonge keukenmedewerkers de flarden van hun levens, vol onzekerheid en frustraties, aan hem – de Sopkop – toevertrouwen. Wanneer de liefde die hem achtervolgt door de keuken sluipt, tracht hij die te sturen naar de meest begeerde serveerster, de rijkeluisdochter Agnes, en naar zijn alter ego: zijn neef Krimo, de zanger die zijn stem zoekt.
De rest van de keuken twijfelt aan het aandeel van Nordip in het zogenaamde keukenspel. Wie is deze malende sopdwaas? Wat komt hij doen? Is de sopheld van alle serveersters een verklikker? Wanneer de fiod ten slotte een inval doet en de keuken overbluft, leggen de grote schnitzelmeesters hun vorken neer en dreigt De Blauwe Gier vast te lopen. Wie heeft deze kokende misère op zijn geweten?
Het schnitzelparadijs is een verbluffend modern, speels en humoristisch geschreven roman, die het leven van jonge Marokkanen loepzuiver in kaart brengt.