De Europese Unie is een uniek experiment in de geschiedenis van de internationale betrekkingen en een curiosum in het publiek recht. Ontstaan uit het Internationaal Recht is 'Europa' een proefveld bij uitstek geworden van constitutioneel denken. De geloofsbrieven die de Unie kan voorleggen, zijn indrukwekkend: de Europese integratie is een geslaagd vredesproject en de impact van de interne markt op de productie en de export van Europese landen is immens. Toch verkeert de Europese Unie in een crisis. Na tien jaar van intens onderhandelen, had men gehoopt dat het Verdrag van Lissabon de vereiste institutionele stabiliteit en duidelijkheid zou geven aan een Europa van 27 lidstaten - straks wellicht 30 en meer - in een geglobaliseerde wereld. Dit blijkt voorlopig niet het geval te zijn. Intussen is de Europese Unie en meer bepaald de Eurozone ook in een slepende economische crisis beland, waarop vooralsnog geen adequaat antwoord is gegeven. En ook het Gemeenschappelijk Buitenlands Beleid is weinig overtuigend of zelfs geloofwaardig. Dit alles maakt minstens duidelijk dat het integratieproces nog lang niet af is. Dit handboek wil een inzicht geven in de opbouw van de Europese Unie als politiek project en in haar zoektocht naar een constitutioneel model, in de werking van haar instellingen, het verloop van de besluitvorming, de rol van het Hof bij de uitwerking van het Europees recht en in de fi nanciering van de Unie. De bedoeling ervan is de lezer beter in staat stellen de actuele ontwikkelingen in Europa te volgen en te begrijpen.
CATHARINA DEHULLU is docent Europees en Grondwettelijk Recht aan de Hogeschool Gent/Ugent, departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde.