Het onderzoek naar de menselijke erfelijkheid verbaast telkens weer met nieuwe inzichten en toepassingen. Wie het begrip erfelijkheid alleen maar in verband kan brengen met de wetten van Mendel, is dringend aan een bijscholing toe. Maar ook wie meent dat al wat ‘in de familie zit’ gewoon erfelijk wordt doorgegeven, geeft blijk van een erg beperkte visie op de menselijke erfelijkheid.Dit boek zet de huidige stand van kennis over de menselijke erfelijkheid op een overzichtelijke manier uiteen, zonder nodeloos gebruik te maken van biochemisch vakjargon. Alle belangrijke thema's komen aan bod, ook de meer hedendaagse technieken van erfelijkheidsdiagnose en stamcel- en gentherapie, evenals enkele psychologische aspecten van erfelijkheidsvoorlichting en gedragsgenetica. Alles wordt heel concreet uitgelegd en geïllustreerd met voorbeelden van menselijke eigenschappen en ziektebeelden.Dit boek richt zich voornamelijk tot bachelorstudenten uit pedagogische, psychologische en paramedische opleidingen. Omdat geen specifieke voorkennis is vereist, kan ook iedere andere geïnteresseerde in de menselijke erfelijkheid er nuttige inzichten uithalen.