Iedereen hoort ambtstdrager te zijn. Mannen en vrouwen, oud en jong, geschoold en ongeschoold. Paulus schrijft dat de gemeente het lichaam van Christus hoort te zijn. In dat licghaam hebben niet alleen sommige, maar alle leden een functie.

Er is meer dan ooit kritiek op de kerk en de ambten. En inderdaad, ambtstdragers zijn niet volmaakt. Maar ambtstdragers staan er vaak alleen voor en de gemeente laat het de ambtelijke leiding soms alleen uitzoeken. Alsof predikers, ouderlingen en diakenen het alleen zouden kunnen. We hebben iedereen nodig!

In 46 overdenkingen denkt ds. Van Ruitenburg met de lezer na over ambten in het Oude en Nieuwe testament. Aan de orde komen onder andere: het ambt aller gelovigen, de predikant, de ouderling, de diaken, verkiezingen voor ambtstdragers, wie aan de eisten voldoet en wat voor gezag ambtstdragers hebben. Het gaat over de plaats van de vrouw in de kerk en over (ambtelijke) bewogenheid. De lijn door dit boek is dat we elkaar even hard nodig hebben en dat het opzoeken van eenheid moet beginnen in de plaatselijke gemeente.