We vinden in dit boek de boeiende levensgeschiedenis van het woonwagenmeisje Mia Windvang. In het eerste deel leest men haar geestelijke ontwaking. Ze verlaat de woonwagen van haar vader, zonder te weten waar ze heen moet gaan. Ze ontmoet de weduwe Wiedeling van Ringelberge. Deze boerin krijgt het bijzonder moeilijk als ze moet kiezen tussen haar weerbarstige zoon en de liefdevolle Mia Windvang. In deel twee wordt geschreven over het huwelijksleven van Mia Windvang met de Veluwse jongen Janus Veldstro. Hier maken we kennis met de onverschillige Hent Gieson en de eenvoudige Aldert van Janna. Een stukje boerenleven in de polder, op en rondom de hoeve, wordt kleurrijk beschreven. Deel drie laat zien de problemen met de oudste zoon, Berend. In hem komt het woonwagenbloed tot ontwaking. Langzaam maar zeker weekt hij zich los uit de sfeer van het gezin. Op een zekere dag gebeurt het. Mia Windvangs vader komt met de woonwagen in de omgeving. Het onvermijdelijke gebeurt: Berend ontmoet de vrij