Anna Berter groeit op in een beschermde upperclass omgeving in Iowa, in de jaren vlak voor de Eerste Wereldoorlog. Hara jonge leven wordt gedomineerd door twee vrouwen: haar strenge moeder en de beminnelijke Schotse huishoudster, de Oude. Terwijl haar moeder onvoorwaardelijke gehoozaamheid eist, voedt de Oude Anna's verbeelding met Keltische legenden en liedjes.
Anna's jaren van idyllische onschuld eindigen met de komst van Hailus Tucker, een logé die alle dames in bekoring brengt en Edwina, de kleindochter van de huishoudster, zwanger achterlaat. Wanneer het buitenechtelijke kind is georen, besluiten de Berters het te adopteren, onder de voorwaarde dat haar afkomst geheim blijft. Anna's aanhoudende zoektocht naar de waarheid over de vader van haar zusje leuidt uiteindelijk tot een tragedie voor Edwina en onthult lang bewaarde geheimen over Anna's eigen afkomst. De mythische verhalen van de Oude helpn Anna zichzelf terug te vinden en naar volwassenheid te groeien.