Het verhaal speelt zich af in onze tijd in Amsterdam. Notaris Schuil wordt benaderd door een vrouw en door een nieuwe cliënt, die na verloop van tijd een oplichter blijkt te zijn (het verband tussen deze twee personages wordt later duidelijk). Schuils assistent Klamp schrijft gedichten. Schuil wil ze aan de ontslagcommissie laten zien. Of schrijft Schuil zelf die gedichten? De werkelijkheid ontsnapt hem steeds meer. Daarom schrijft hij een dagboek voor zijn achterkleinzoon. Dat helpt niet veel. De FIOD adviseert Schuil te verdwijnen. Hetgeen hij doet. Klamp schrijft een nawoord bij deze uitgave, dat de lezer iets dichter bij de realiteit brengt. De inhoud van de roman is soms duister en vraagt van de lezer enig inzicht in financiële manipulaties. Maar de heldere stijl en de opgewekte toon maken het boek tot aangename lectuur voor een breed publiek. Omslag als klassiek dossier, kleine druk. Literair debuut van de advocaat Van der Goen.