Dit boek biedt niet alleen een beschrijving van de werkwijze, maar ook een oriëntatie op het werkveld. Deel I gaat over plaats, functies en toekomst van het jeugdwerk en de verschillende werkvormen. In deel II behandelt de auteur een groot aantal methodische uitgangspunten die ten grondslag liggen aan het jeugdwerk. In deel III geeft hij drie voorbeelden van deelterreinen (allochtone jongeren, kinderopvang, meidenwerk) om te laten zien hoe de basismethodiek concreet vorm kan krijgen. Het boek is voorzien van checklists, programmasuggesties en literatuurverwijzingen.