De klassieke geloofsbelijdenis is een uiterst bondige samenvatting van het verhaal dat door de Schriften wordt verteld. Zij wil de grote samenhang, de spiritualiteit ervan onder woorden brengen, met het oog op het leven van concrete mensen. Maar ze is al ongeveer vijftienhonderd jaar oud. Kan men wat zij zegt, ook nu nog zeggen? Naar wat voor menselijke ervaringen verwijzen zulke archaïsche en mythische woorden als 'Hemelvaart' en 'maagdelijke geboorte'? Op wat voor ervaringen en werkelijkheden van nu slaat bijvoorbeeld de uitspraak dat God 'vader' is, en ?schepper' van alles? Is het mogelijk in deze woorden en uitspraken die spiritualiteit te ontdekken die het leven ook nu zin en samenhang geeft? Dit boek is geschreven vanuit de overtuiging dat die grote en archaïsche woorden beelden zijn van wat leeft in het hart van iedere mens, en dat de God van het schriftverhaal alles te maken heeft met de vrijheid en de vermenselijking van mensen. Het wil de oorspronkelijke kracht van deze woorden en beelden opnieuw verstaan, als een oproep om op te staan en daarnaar op weg te gaan.