De gezellen van de schemering: De laatste zang van de Malaterres

De gezellen van de schemering: De laatste zang van de Malaterres

"De Gezellen van de Schemering zijn een verminkte ridder, Mariotte en Anicet, alle drie door de maatschappij verstoten. Ze hebben elkaar gevonden in de strijd tegen de Zwarte Kracht. Ooit was de ridder een instrument in handen van de Zwarte Kracht, die dood en verderf zaait over de wereld. Nu staat zijn leven in het teken van de wraak op zijn vroegere heer."
De Gezellen van de Schemering is een grimmige en sprookjesachtige kroniek van de late middeleeuwen aan het eind van de Honderdjarige Oorlog, tevens het einde van een tijdperk. François Bourgeon spreidt hierin andermaal zijn historische bronnendwangmatigheid tentoon en koppelt deze aan een fantasierijk verhaal over de strijd tussen goed en kwaad. Deze zwanenzang van de reeks is geenszins het lied van een lelijk eendje. In geen enkel ander album tot nu toe wist hij zichzelf te overtreffen. De superhoge waardering voor het album heeft tevens te maken met de voorliefde van striplezers voor historische tijdperken met de middeleeuwen en het antieke Rome op kop. Op zijn eentje is Bourgeon verantwoordelijk voor een beter begrip van het niet eens zo vermaledijde tijdperk.
(De Laatste Zang van de Malaterres):
• De Kinderen van de Wind kwam er eigenlijk doordat Bourgeon een scheepsmodel had gebouwd waardoor hij zin kreeg een verhaal te vertellen dat zich aan boord van het zeilschip afspeelde. Daarna bouwde hij het fort Juda na voor Handelspost Juda. Voor De Gezellen van de Schemering ging hij nog een stap verder: uitgaande van het bestaande kasteel van Tournoël construeerde hij een maquette voor het kasteel van Montroy in deel 3. Vanuit diezelfde waarheidsgetrouwheid deed hij navraag bij de sterrenwacht van Parijs naar de maankalender van 1350. Perfectionisme? Bourgeon omschreef het liever als "de meer ludieke kant van het werk".
• In tegenstelling tot de twee voorgaande delen is deel 3 meer realistisch van toon met veel minder fantasy-elementen als kobolden, elfen en trollen. De reeks als geheel moeten we zien als de inleiding (deel 1), de voorspellende droom (deel 2) en de uitwerking (deel 3). De eerste twee delen kondigen in symbolische taal en droombeelden de ontknoping in het laatste deel aan. Zo blijkt de Heer des Doods in de Zwarte Toren, naar wie de ridder op zoek is in de droom van De Betovering van het Nevelwoud, in deel 3 Noal de la Torneirie te zijn. "Tor neir" is oud-Frans voor "tour noire", zwarte toren dus. Deze techniek doet denken aan de middeleeuwse geschiedenisopvatting die ervanuit ging dat de geschiedenis een doel had. Deze visie was ontleend aan een interpretatie van de bijbel waarbij gebeurtenissen in het Oude Testament werden beschouwd als voorafschaduwingen van overeenkomstige gebeurtenissen in het Nieuwe Testament. Bourgeon gebruikte deze techniek net om te benadrukken dat de middeleeuwse maatschappij voortkwam uit de heidense landbouwculturen die een tegengestelde tijdsopvatting hadden en geloofden dat de geschiedenis niet een begin en een eind had, maar bestond uit een aantal cycli van schepping en ondergang. Na elke ondergang werd de wereld opnieuw geschapen. Deze cycli manifesteerden zich door de landbouwachtergrond omdat het dagelijkse leven van de gewone man op het platteland werd bepaald door de cyclus van de natuur en het voorbij schrijden van de seizoenen. Hoewel christelijk in naam, was deze cyclische levenswijze te sterk verankerd in het dagelijks leven. Veel christelijke feestdagen waren ook verstrengeld met en gebaseerd op heidense feestdagen (Kerstmis is er maar een van). Deel 1 speelt zich af op 24 juni 1349, het feest van Sint-Jan, dat een kerstening is van de midzomernachtfeesten. Deel 3 speelt zich grotendeels af tijdens de dertien dagen tussen Kerstmis en Driekoningen, tegelijk de tijd van de zottenfeesten die teruggaan op de midwintervieringen en de Romeinse Saturnalia. De verwoesting van de burcht van Montroy gebeurt op 2 februari. Op de katholieke kalender is dit het feest van Maria-Lichtmis, maar van oorsprong was dit een belangrijke dag in de jaarcyclus van de vroegere landbouwgemeenschappen. Deze datum werd beschouwd als het eigenlijke begin van het nieuwe landbouwjaar waarop voorbereidingen voor de komende zomer begonnen zoals het ploegen van het veld. Een ironische verwijzing hiernaar stak Bourgeon in het verhaal door een kudde op hol geslagen ossen de kloosterlingen de grond in te stampen.

Auteur | François Bourgeon
Taal | Nederlands
Type | Hardcover
Categorie | Stripboeken, Manga & Graphic Novels

bol logo

Kijk verder

Boekomslag voor ISBN: 9789030385530
Boekomslag voor ISBN: 9782356480958
Boekomslag voor ISBN: 9789030385523
Boekomslag voor ISBN: 8711854285254
Boekomslag voor ISBN: 9781643375236
Boekomslag voor ISBN: 9789086842575


Boekn ©