De excentrieke Britse Lord Cigogne leest op een dag, begin jaren dertig, over een merkwaardig eilandje in de Stille Oceaan, waar in 1885 een kolonie zou zijn gesticht voor Franse linkshandigen die het leven in de westerse wereld van Onbeminden beu zijn. Op het eiland der Linkshandigen schijnt alles in het teken van de (duurzame) liefde te staan. Cigogne en zijn vrouw Emily bedenken zich geen seconde en reizen met butler en kinderen naar het eiland, dat inderdaad doortrokken blijkt van een hartstochtelijk liefdesstreven. Taal, kleding, behuizing, kalender en gebruiken - heel het leven is primair aan de liefde toegewijd. De Cigognes maken, aanvankelijk aarzelend, kennis met deze gebruiken. Ze beleven er hun seksuele bevrijding en hebben ieder een affaire, waardoor hun liefde voor elkaar alleen maar ontstuimiger wordt. Als Lord Cigogne bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog naar Londen op en neer reist, komt zijn vrouw in de tussentijd door een ongeluk om het leven. Overstelpt door