Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten, Caribische eilanden die samen de Nederlandse Antillen vormen, roepen vooral een beeld op van zon, zee en zaligheid. Zon en zee zijn er inderdaad in overvloed, zaligheid misschien ook wel, al valt deze niet louter op de stranden te vinden. Want waar vind je zulke weelderige, zelfs nog vrij ongerepte natuur als op het kleine strandloze Saba? Ook de benedenwindse eilanden Bonaire en Curaçao hebben, ondanks de droogte, wat natuurschoon betreft een ware schat te bieden. Woeste kusten, flamingo's, voortdurend verrassende vergezichten. Onder water biedt elk van de eilanden voor de duik- en snorkelliefhebber een keur van koraal en exotische vissen.En dan is er de architectuur: op Saba lieflijk, op Curaçao overvloedig en monumentaal, op Sint Eustatius vooral in de vorm van fraaie ruïnes die aan de gouden achttiende eeuw herinneren.Sint Maarten is door de orkaan Luis (september 1995) flink beschadigd, aar de historische gebouwen hebben het geweld redelijk doorstaan.Jeanette van Ditzhuijzen, die als journaliste op de Antillen heeft gewoond en gewerkt, volgt in deze prikkelende gids haar eigen spoor. Ze laat de stranden links liggen en geeft een beschrijving van prachtige bergwandelingen, afgelegen baaien, schilderachtige landhuizen, historische stadswijken, en vertelt over het beroemde carnaval op Curaçao. Om het beeld compleet te maken belicht ze ook de minder prettige kanten van de eilanden.Een even tegendraadse als enthousiaste gids voor vrienden.