Moedermelk neemt de voortdurend veranderende banden tussen moeders, zoons en echtgenoten onder de loep. Het draait allemaal om de familie Melrose: om Robert, die een bijzonder overtuigend beeld schetst van hoe het is om geboren te worden, om Patrick, een hilarisch lompe echtgenoot, die het zonder de seksuele gunsten van zijn vrouw moet stellen, om Mary, die gebukt gaat onder haar kinderen en het overweldigende maar tot mislukken gedoemde verlangen de fouten die haar eigen moeder maakte niet te herhalen. St. Aubyn beschrijft meedogenloos het web van valse beloftes dat rond deze ooit vermaarde familie hangt, die nog maar één restant van de vroegere rijkdom bezit: een landhuis in de Provence, dat Patricks dementerende moeder wil nalaten aan een new-agestichting.
In een prachtige en wrange stijl, vergelijkbaar met die van Evelyn Waugh en John Updike, ontleedt St. Aubyn in Moedermelk de hel van kinderen opvoeden, huwelijk, overspel en euthanasie – en hij toont zijn ontzagwekkende vermogen de meest verschrikkelijke emotionele pijn te combineren met een meesterlijk gevoel voor humor.