Polen – een land dat clichés oproept: Auschwitz, het Warschaupact, Chopin, Madame Curie, Lech Walesa, paus Johannes Paulus II. Ooit was het de grootste en meest tolerante natie van Europa. Tijdens de godsdienstoorlogen vond men er een veilig heenkomen. Het land strekte zich uit van de Baltische Zee, in het noorden van Europa, tot de Zwarte Zee, aan de poorten van het Midden-Oosten. In Polen woonde ooit meer dan driekwart van alle joden ter wereld. Later was het land de voetveeg van oprukkende legers, tot het helemaal van de kaart verdween. Nog later werd het de satelliet van de Sovjet-Unie, die het tot op het bot heeft uitgezogen. Sinds 1989 is Polen weer een onafhankelijke staat, die op 1 mei 2004 lid wordt van de Europese Unie.
Bij ons is er nauwelijks iets bekend over dit land. Johan de Boose schreef een boek dat daar verandering in wil brengen: Alle dromen van de wereld, een sentimentele reis door Polen. Jarenlang heeft hij het land nieuwsgierig doorkruist. Hij is gaan praten met Nobelprijswinnaars als Czeslaw Milosz en Wislawa Szymborska, met ministers, met boeren en clochards, met studenten en migranten.
In Alle dromen van de wereld brengt Johan de Boose op zeer persoonlijke wijze verslag uit van zijn reis door het historische en het hedendaagse Polen. Met als resultaat een verhaal van triomf en tragiek, van wilde vrijheidsdrang en geknechte geesten – het relaas van een zoektocht naar de diamant, die in de as van de geschiedenis verborgen zit.